Mijnbouwkunde- voorbereiding
door Ir R.N. Taverne In
opbouw
Drijven
van galerijen
1.
Voor- en terugwaartse afbouw
Het
tijdstip, waarop men een galerij moet aanzetten hangt af van de afbouwmethode,
welke men toepassen wil.
a.
Bij voorwaartse afbouw met de pijler mee
De
galerij wordt achter de pijler opengehouden. Ondanks het gebruik van meegevende
ondersteuning geeft dit bij zacht nevengesteente aanleiding tot veel onderhoud.
b.
Bij terugwaartse afbouw ,
voordat de pijler begint.
Men
drijft eerst de toe en afvoergalerij tot aan het einde van het veld en maakt
daar de pijlerdoortocht.
Tijdens
het lopen van de pijler wordt de galerij achter de pijler geroofd.
Alleen
de voordruk kan nog aanleiding tot onderhoud geven.
De
voordelen van de terugwaartse afbouw ten opzichte van
de voorwaartse afbouw zijn:
1.
Onderhoudsbesparing, de galerij wordt achter de pijler geroofd.
2.
De vulling aan kop en voet pijler vervalt.
3.
Het veld wordt vooraf verkend
Storingen, uitspoelingen, dekterrein
grenzen worden vastgelegd
4 De
post loopt onafhankelijk van de pijler
Vooruitgang en prestaties hierdoor op te voeren.
5.
Eventuele kolen tussen de galerij en een storing kunnen gemakkelijk met behulp
van simpel lontgonnen worden.
Bij voorwaartse afbouw zou dit dubbelzijdige afbouw, dus veel onderhoud geven
6.
De pijler loopt onafhankelijk van de post
Grote pijlervooruitgang mogelijk ( mechanische
pijlers).
Nadelen van terugwaartse
afbouw
1.
Aparte bediening en materiaaltransport voor de post
Bij voorwaartse afbouw helpt
pijlerbediening.
2.
Materiaal voor langere tijd vastgelegd
Transportmiddelen tijdens drijven van post
onvolledig benut
3
Aparte luchtkokerstreng nodig (plastic lotten)
Het
nadeel van de aparte bediening en materiaaltransport wordt groter, naarmate er
meer en langere wegen zijn tussen steengang en front van de post.
Het
is dus zaak bij terugwaartse
afbouw de vooruitgang van de posten zo hoog mogelijk op te voeren.
2. Arbeidscyclus.
Het
geheel van werkzaamheden, benodigd om 1 afslag te maken noemt men
arbeidscyclus.
De
cyclus bestaat uit:
a.
het maken van de holruimte
Dit kan gebeuren apart in de kool en apart in de steen of in beiden
tegelijk.
b.
het laden
c.
het ondersteunen
d.
het nevenwerk, zoals het verlengen van de transportmiddelen, buizen en
luchtkokers.
Het
materiaaltransport geschiedt meestal, los van de cyclus, door aparte mensen,
indien dit niet gebeurt valt het onder nevenwerk.
3. Vroeger benodigde tijden voor de
arbeidscyclus.
Tot
voor enige haren geschiedde het losmaken van de kool met behulp van de
afbouwhamer.
Een
vooruitgang van 2 meter per dag was normaal.
Er
werd met de hand geladen op een transportband (grote schephoogte).
Voorbeeld
van de tijden in een arbeidscyclus.
Afvoergalerij
met stock in de vloer.
Laagdikte
1 meter Helling 100
Kaplengte 2 meter.
Hoogte
onder kap 2,30 meter.
Bezetting
3 diensten van 2 man Nuttige
werktijd 400 minuten.
Ontkolen
en betimmeren op stock 250
minuten }
Boren,
bezetten, schieten van stock 260
minuten } 81%
Laden 200
minuten }
Ondersteunen
van galerij 130
minuten 13%
Nevenwerk 160
minuten 16%
_________
Totaal 1000 minuten
Tijd voor storingen en
persoonlijk persoonlijke
Verzorging
200 minuten
___________
Totaal 1200 minuten
Het
maken van de holruimte
en het laden kostte 81% van de tijd. Voor verbeteringen keek men
dus eerst naar deze punten.