Foto’s klik hier
Lezing
mijnongevallen Monuta
Wim Schoenmaekers
www.mijnbouwwim.nl
Ondanks dat de Nederlandse mijnen al decennia
gesloten zijn dreunen de gevolgen van een ongeval zelf opgelopen door
levenslange invaliditeit,
beroepsziekte, stoflongen of asbest.
Dan
de dodelijke ongevallen van vaders,
broers en zonen .
Aan
hen en de nabestaanden draag ik deze lezing op.
Zij
mogen nooit worden vergeten.
Daarom
houden wij ook nog iedere derde zondag van de maand een Koempelmis.
Velen
van de achtergebleven kinderen hebben hun vader nooit gekend of zij zijn na het
ongeval pas geboren.
Wij
geven hierbij uiting dat wij de achtergebleven een arm als troost om hun
schouders leggen.
Zij
dragen de last levenslang mee.
De
slachtoffers zien wij niet maar zijn wel onder ons.
Tegenwoordig
vallen ook nog veel slachtoffers in het buitenland die dit gevaarlijke beroep
nu nog uitoefenen
Denk
aan Soma Turkije 301 mannen op 13 mei 2014
Veiligheidsvoorschriften
ter voorkoming mijnongevallen
Heel
belangrijk in de mijnbouw zijn de werkzaamheden brandwacht en mijnrevisie
Mijnrevisie heeft tot doel
na enkele stopdagen de gewone werkzaamheden veilig kunnen worden hervat.
Verboden
is dat de onderhoudsman gebruik maakt van een locomotief, het uitsluiten dat
hem zelf een ongeval overkomt.
Naar
verafgelegen afdelingen mag hij gebruik maken van een spoorfiets.
Hij
moet een benzinelamp meenemen, bandsleutels notitieboekje, potlood ,horloge, bandmes en krijt.
Alles
wat hij ontdekt wat niet behoorlijk is moet worden genoteerd.
Luchtdeuren,
steenval.
Het
is te uitgebreid om dit alles met u te bespreken.
Brandwacht
Controleren
van hijsinrichtingen, transportbandinstallaties,
De
ligging van de goten ten opzichte van de ondersteuningen in gangen, pijlers
doortochten in de in aangetroffen machines in de buurt van branbare
stoffen.
Teveel
om weer op te noemen.
De ongevallen.
Gedurende
het jaar 1960 vonden in de Nederlandse steenkolenmijnen onder en bovengronds in
totaal 18268 ongevallen plaats. Ongevallen overkomen aan personeel in dienst
van aannemers zijn niet inbegrepen
Arbeidsongeschiktheid
|
1956 |
1957 |
1958 |
1959 |
1960 |
Totaal
ongevallen |
21024 |
21210 |
20685 |
19480 |
18268 |
Verzuim: |
% |
|
|
|
|
1t/m
2 kalenderdagen |
34,10 |
33,75 |
31,82 |
31,55 |
31,88 |
3t/m
21 kalenderdagen |
56,14 |
56,45 |
57,35 |
57,25 |
56,67 |
22t/m
42 kalenderdagen |
7,41 |
7,58 |
7,99 |
8,25 |
8,65 |
43en
meer kalenderdagen |
2,26 |
2,18 |
2,71 |
2,84 |
2,75 |
Dodelijke
ongevallen |
0,09 |
0.04 |
0,13 |
0,11 |
0,05 |
Duidelijk
ongunstige pieken komen voor in
1940-1943.
Daar
er geen massale ongevallen (= 5 en meer slachtoffers) zijn voorgekomen , mag
worden aangenomen dat psychologische invloeden een rol hebben gespeeld.
1946.
Staatsmijn Wilhelmina, ten gevolge van een mijngasontploffing 8 slachtoffers
1946.
Mijn Laura instorting 5 slachtoffers.
1947.
Staatsmijn Hendrik ten gevolge van
koolmonoxide als gevolg van een brand 13 doden.
1958.
Staatmijn Maurits werden bij een instorting in een pijler 7 personen gedood.
1960.
het verslagjaar het laagste cijfer van de desbetreffende periode.
Oorzaken
van dodelijke ongevallen voorgekomen in de steenkolenmijnen in de jaren 1936
t/m 1960.
electrische stroom
3
ontplofbare
stoffen
4
mijngas
en kolenstof ontploffingen 8
vallen
kantelen enzovoorts van voorwerpen
19
slechte
atmosfeer
23
bewegende
machinedelen
22
vervoer 116
steen-
en kolenval 193
overige
34
Vervoer in schachten
Van Personen
Van materiaal
In bovenstaand geval was verzuimd de rem
weer in werking te stellen.
Een
lift ging over het schachtwiel en stortte 1000 meter diep en was nog zo groot
als een accordeon.
De
klap van de val werd in alle omliggend mijnen gevoeld en er werd gedacht aan
een heel zware aardbeving
In
hellingen.
Door
het breken van de kabel waardoor kolenwagens met hoge snelheid naar beneden
suisden met alle gevolgen van dien.
In af- en
toevoer galerijen.
Sleepbakkenvervoer
en ondanks verbod die galerijen te betreden.
Door
handkracht
Door
trekdieren
Locomotieven
De
persluchtlocomotieven hadden slechts een zitplaats.
Moesten
achterom kijken of met het hoofd buitenboord.
Bij
de electrische loc’s was
sprake van het zelfde euvel
De
diesels hadden aan de beide uiteinden een zitplaats.
Locomotieven
met wagens
Zie krijttekening
Ongeval
in vervoer
Steen
en kolenval
In werkplaatsen
Vallen en
kantelen en werpen met voorwerpen
In
schachten
In
hellingen losraken breeken van de kabels
Korte
toedracht en oorzaak van ongeval
ondergronds |
Bezig
zijn met omzetten van houtbblokken.Vond plotseling
een instortng plaats. Slachtoffer werd bedolven
onder stenen. |
|
Bij
het betimmeren geraakte getroffene onder plotseling neervallend gesteente |
|
Getroffene
was belast met het toezicht op een verbindingspunt van twee transportbanden. Op
onverklaarbare wijze is hij met zijn arm meegetrokkengeworden
tussentussen traansportband en laadsnaveltrommel |
|
In
een pijler bedolven onder klok |
|
Getroffene
let zich vervoeren in een lift van een tussenschacht. Toen
hij wilde uitstappen op een tussenverdieping werd de lift plotseling omhoog
getrokken waardoor getroffene met de rugtegen het
dak van de laadplaats terecht kwam en daarna in de schacht omlaag viel.op |
|
Neerstorten
met lift in een tussenschacht oor kabelbreuk |
Bovengronds |
Getroffene
werd levensloos gevonden naast een stilstaande
wagon. Hoogstwaarschijnlijk
bekneld geraakt tussen de buffers van twee wagons |
|
Bij
het wegnemen van een stijl brak een bank door en deze sloeg verschillende
stempels weg.Door een van die stempels werd hij
geraakt |
Mijngasontploffingen
Verstikkende
of bedorven atmosfeer
Gebruik
ontplofbare stoffen
Electrische
stroom
Bewegende
machinedelen en drijfwerk
Afspringen
splinters stofdelen en steentjes
Struikelen,
vallen, stoten, verzwikken knellen kneuzen
Waterdoorbraak
Marcinelle de mijn Le Bois du Cazier
Rampen:
de verongelukte mijnwerkers kwamen vaak na dagen of weken bovengronds.
In
verband met hitte heel vaak in staat van ontbinding.
Werden
begraven in binnen kisten materiaal zink
waren
Na
ruimen graf geeft dat problemen.
Nederlandse
mijnen zijn de veiligste maar vergeet niet dat het aantal alhier heel weinig is
in verhouding met het buitenland.
In
het buitenland zijn ook veel meer gasrijke mijnen
Er
waren maar vier Nederlandse mijnen de Staatsmijnen
De
particuliere mijnen waren buitenlands bezit
Behalve
de Domanialemijn dat wisselde
Oranje
Nassaumijnen eigenaar de Wendel (Frankijk)
Laura
en Vereeniging Belgisch Kapitaal
in 1899 werd in Brussel de werkmaatschappij Société des Charbonnages
Réunis Laura & Vereeniging S.A. opgericht door de Belgische
oud-generaal Albert Thys en
werden aandelen uitgegeven.
Willem
Sophia Belgische
firma Société Anonymes des Charbonnages
Néérlandais Willem et Sophia
Domaniale
De spoorwegmaatschappij werd de
Akens-Maastrichtse Spoorwegmaatschappij genoemd. De mijnen werden zodoende min
of meer Duits bezit
In 1919, na verscheidene jaren van
onderhandelen over de verdere ontwikkeling van de Domaniale mijn besloten de
Spoorwegmaatschappij en de Nederlandse regering om de pacht van de mijn te
beëindigen, en verder mijnbouw aan de Staat te laten. De mijn werd toen in
feite een Staatsmijn. De aandeelhouders van de spoorwegmaatschappij gingen echter
niet akkoord. De belangrijkste aandeelhouder was een in Rotterdam gevestigd.
Dit consortium pachtte nu de mijn. In 1925 werd de naam Akens-Maastrichtse
Spoorwegmaatschappij veranderd in Domaniale Mijn Maatschappij NV, en zo bleef
het tot de jaren zestig.
Ongevallen
Ongevallenrente werd uitgekeerd door de RVB
(Rijks Verzekerings Bank).
Voor de restcapaciteit werden de mijnwerkers
bovengronds ingezet op een voor hen geëigende werkplek.
Jan Umberto Stroom verongelukt in le
Bois du Cazier Marcinelle
Jan Stroom begraven in Heerlen
Ongevallen en rampen
Waken voor uitvallen Klok
Sargdeckel
Voorkomen Beknellingen nooit begeven tussen twee kolenwagens
Afvallen
Verdrinkingen
Mijngasontploffingen
Mijnbranden
Koolzuurgas
Koolmonoxide
Rangeren
Omvallende mijnwagens (geleerd weg te springen en niet
proberen tegen te houden.
De dodelijke slachtoffers werden in de verbandkamer gewassen
en daarna opgebaard in het lijkenhuisje.
Ze hebben het allemaal gedaan in het belang van het bedrijf.
Materiaal altijd op
transportmiddelen aan het eind afpakken.
Let op lussen in kabels
Pak nooit draad van een transportmiddel af om meer kracht te
zetten dit om je hand te bevestigen. Men wordt gegarandeerd meegesleurd.
Blijft dit haken in het transportmiddel is het einde zoek.
In bevaarbare op en neerbraken en is personenvervoer
toegestaan zonder seingever direct instappen na het sein.
Transportbanden
Afstappen op de geeigende plaatsen en niet varen over de keerrol
In verband met werkzaamheden aan het andere band is het
mogelijk dat dit in tegengestelde richting loopt.
Machinisten loop nooit voor een lopend machine men hoeft maar
te struikelen.
Ga nooit in een afgesloten gedeelte in verband met
koolzuurgas.
Diesellocs niet stationair laten lopen in afgesloten ruimtes
koolmonoxide
Heel belangrijk is dat de mannen van de reddingsbrigade een
loodzware taak hadden.
Maar de koempels die er ook betrokken waren kregen geen arm
om de schouder Sop het maar op
Lijkenhuisje.
Na gewassen te
zijn in de verbandkamer werd de overleden kompel opgebaard in het lijkenhuisje
Op een bepaald
moment werd de wet op de lijkbezorging veranderd en werden opgebaard in het
ziekenhuis Heerlen.
Ik kan mij
herinneren op een blauwe steen.
Traumateams
hebben wij nooit van gehoord
Zwarte doeken
werden opgehangen in kerk
Qua
veiligheidsvoorschriften en werkwijzen hadden de gezamenlijke steenkolenmijnen
een beleid.
Dit
gold ook voor het Pensioenfonds, ziektekas ziekenfonds ook AMF BFM
Reeds op 1 januari 1856 was er bij de Domaniale Mijn in
Kerkrade een ondersteuningsfonds opgericht. Dit fonds voorzag in
ouderdomspensioen, weduwe- en wezenpensioen, geneeskundige behandeling en
vergoeding van begrafeniskosten. De overige mijnondernemingen volgden de een na
de ander.
In 1911 volgde als laatste de Staatsmijnen. In
dat jaar werd het Ondersteuningsfonds Staatsmijnen opgericht. Dit laatste fonds
is daarom belangrijk, omdat het als het ware model heeft gestaan voor het Algemeen
Mijnwerkersfonds dat zeven jaar later zou worden opgericht.
Rijksverzekeringsbank
Ingevolge
de bepalingen van de ongevallenwet1921 heeft een weduwe recht op een rente van
30% van het dagloon van f 16,00bijvoorbeeld is f 4,80
Een
halve wees 15% is f 2,80
De
maximale rente is 60%
Zijn
er 3 kinderen dan is dat per kind Weduwe 30% plus drie kinderen 3maal 15% = 45%
totaal 75%
Maximaal
60%
Verdeling
moeder 30/75 maal 60% 24%
Elk
kind 15/75 maal maal 60% = 12% maal 3= 36% plus
moeder is 24% = 60%
Volle
wezen per kind 20% ook met een beperking totaal van 60% van het dagloon
Vergoeding
begrafeniskosten 30 maal dagloon.
Dagloon
weer f 16,00
Begrafeniskosten
30 maal f 16,00 = f 480
Ingevolge
artikel 32 van de Ongevallenwet eindigt het recht op rente van een weduwe die
hertrouwt
Als
afkoopsom ontvangt zij een bedrag ineens van tweemaal haar jaarrente .Deze
bepaling is van overeenkomstige toepassing op de man die recht op rente
ontleent aan het overlijden zijner echtgenote .
Ingevolge
artikelen in de Armenwet tot een beloop van acht gulden per dag
a.
onvervreemdbaar
b.
niet vatbaar voor verpanding of belening
c.
niet vatbaar voor executoriaal of conservatoir beslag nog voor
faillissementsbeslag.
De
lastgeving om enige schadeloosstelling te ontvangen kan steeds worden herroepen
.
Alle
hiermede strijdige overeenkomsten zijn nietig.
Dan:
in die tijd was er ook sprake van burenhulp
De
naaste buren gingen rond met de collectebus als tegemoetkoming van de zware
uitgaven.
De
meeste nabestaanden werden geholpen door de familie. De schuld die daardoor
ontstond werd in kleine termijnen afgelost.
Joosten
Als
jonge jongen verongelukt op de dag dat De Sterre der Zee in Schandelen
werd ingehaald.
Wij
zaten voor de processie op school te
wachten en kwam dat slechte nieuws.
Begrafenissen
werden opgeluisterd door
Harmonieorkesten
met omfloerste trommen
Bergkapel Domanialemijn, Oranje Nassau. Staatsmijn Wilhelmina
Staatsmijn Emma
Kruis met zwart
lint
Veel
kinderen hebben vader nooit gekend om dat moeder tijdens het ongeluk in verwachting waren en werden geboren na het
ongeval of klein waren
Tijdens
de begrafenis werden de kleintjes opgevangen door bekenden
Het
graf en de huur daarvan kwam voor rekening van de nabestaanden
- de familie
werd verwittigd door de mijnpolitie of de pastooro .
- regelde de
ter aardebestelling
- de
begrafeniskosten betaald door de mijnen hier heb ik verschillende uitspraken
over gehoord. De familie ondersteunde de nabestaanden
- het
muziekkorps van de mijnen werd ingeschakeld
- de direct
koempels kregen geen betaald verlof. Heb zelf verlof bij de begrafenis moeten
opnemen.
- was het
huis van de mijn of AMF moest de weduwe daarna het pand verlaten.
Datum ramp |
Waar |
oorzaak |
Dodelijke
slachtoffers |
11-9-1944 |
Mijn
Grimberg Bergkamen |
Bombardement |
107 |
10-3 1906 |
KLa Cooueričre
Frankrijk |
Mijngasontploffing |
1099 |
24-3-1947 |
Staatmijn
Henrik Brunssum |
|
|
19-3-1967 |
Stronemanmine Nieuw Zeelans |
Mijngasontploffing |
19 |
16-3-1944 |
Mijn Hansa Dortmund |
Mijngasontploffing |
94 |
4-7-1940 |
Mijn Hansa Dortmund |
Mijngasontploffing |
52 |
13-7-1928 |
Staatmijn
Henrik Brunssum |
Mijngasontploffing |
13 |
8-8-1956 |
Marcinelle Le Bois u Xazier |
Brand |
262 |
7-2-1962 |
Mijn
Luisenthal Völklingen |
Mijngasontploffing |
299 |
11-2-1952 |
Minister
Stein Dortmund |
Mijngasontploffing |
136 |
20-2-1946 |
Mijn
Grimberg 3-4 Bergkamen |
Mijngasontploffing |
405 |
9-3-1962 |
Mijn Sachsen in Hamm Heesen |
Mijngasontploffing |
31 |
21-10-1930
|
Anna 2 Alsdorf in de nabijeid van
Schacht Eduard |
Mijngasontploffing |
271 doden
en 304 zwaar gewonden |
|
Zo kunnen
wij nog een tijd doorgaan |
|
|
Verslag van
een jonge nabestaande
Je hebt
gelijk: we waren nog erg jong op dat moment. Ik weet eigenlijk maar op 2 vragen
een antwoord:
De pastoor
kwam de familie inlichten, maar ik weet natuurlijk niet meer of hij alleen was.
Het huis:
dat is een verhaal apart: mijn vader had op de dag van zijn ongeluk de papieren
bij zich om de financiering voor de nieuwbouw te regelen. Dat heeft mijn moeder
daarna gewoon doorgezet. Het huis was dus niet van de mijn, maar van hun zelf.
Voor zover
ik weet heeft ze wel mentale steun ondervonden. Er kwam regelmatig een
sociaal/maatschappelijk werkster van de mijn op bezoek, om te informeren of
alles nog naar wens verliep. Dat laatste kan ik mij nog goed herinneren. Ze
heette mw Smits en kwam uit Roermond.
Veel succes met de lezing en groeten.
Begrafenis Hurkxcens
2.
Wiel Tatusch kwam uit school (6 jaar) werd verwittigd door
buurvrouw
Daarom zo
snel mogelijk nabestaanden inlichten voor einde dienst want dan ging de buurman het mededelen foute
boel.
3.Jongkind
Vader
verongelukte op de verjaardag van zijn zoontje
Fatsoen:
Kwam
vroeger een begrafenisstoet langs dan stopte men met auto fiets of te voet.
Mannen
namen hun hoed af en knielden zelfs en allen sloegen meestal een kruis.
1917
Niet
bewezen moord zelfmoord of ongeval
Ongevallen
in verband met oorlog 14-18 productie zonder geoefend personeel
Dan:
Redden
van verongelukten en zelf de dood vinden
Reddingsbrigade
Reddingsbrigade
Blumenthal
Reddingsbrigade
Staatsmijn Emma
Kleding in
rouwperiode
Dames
zes weken in het zwart
Hoejes met valiezen
Mannen
eeen zwarte pastil op de
armsmouw genaaid.
Zwarte
dassen
Bombardement mijn
Grimberg
11-9
1944
107
slachtoffers Hoofdzakelijk krijgsgevangenen
Staatstoezicht op de mijnen
Ik zal nu wat nader
ingaan op de gevaren waaraan onze koempels bij de kolenwinning waren
blootgesteld. En wat belangrijker is: wat eraan werd gedaan om die risico’s te
beperken. Tevens komt aan de orde de wijze waarop werd omgegaan met ongevallen.
Als het gaat om
dodelijke slachtoffers vormden instortingen het grootste gevaar. Instortingen
zijn uit het dak van de ondergrondse werken vallende kleinere of grotere
hoeveelheden stenen
en/of kolen. Of en in
welke mate instortingen tot ongevallen leiden hangt af van de plaats en de
omstandigheden waaronder dat gebeurt. Het bedolven worden onder uit het dak
vallend materiaal bijvoorbeeld is meestal fataal.
Dramatisch zijn de
instortingen waarbij een of meerdere mijnwerkers worden opgesloten en geen kant
meer op kunnen. Dat zijn uiterst bedreigende toestanden waaruit de mijnwerkers
zo snel mogelijk bevrijd moeten worden. Een van de grootste risico’s is
zuurstoftekort.
Van ervaringen in het
buitenland weten we dat die bevrijding soms zeer complex en spectaculair kan
zijn.
Minder voorkomend maar
nog catastrofaler zijn branden en ontploffingen. Dat kunnen ontploffingen zijn
van mijngas of van kolenstof. De kolenstofexplosies veroorzaken in het algemeen
de grootste schade, dus ongevallen. Gelukkig komen ontploffingen, zeker het
ontploffen van kolenstof, maar zeer
sporadisch voor.
Voor deze dramatische
gebeurtenissen hielden alle mijnondernemingen goed geoefende en continu
inzetbare reddingsbrigades achter de hand. Met gevaar voor eigen leven gingen
de leden van die brigade naar het rampgebied toe om te doen wat mogelijk was en
om te redden wat er te redden viel. Helaas konden ze niet altijd voorkomen dat
hulp voor enkele koempels te laat kwam.
De Nederlandse mijnbouw
is in totaal door vijf keer door een ramp getroffen. De twee grootste rampen
deden zich voor in 1928 en 1947. In beide gevallen vielen telkens dertien
dodelijke slachtoffers te betreuren.
Het is aan Napoleon
Bonaparte te danken dat het werken in de mijnen veiliger werd. Hij kondigde in
1810 veiligheidsmaatregelen af en regelde het toezicht op de naleving van die
voorschriften. In Nederland is aan dat toezicht gestalte gegeven door de
instelling van Staatstoezicht op de Mijnen. Zodoende is door een niet aflatende
druk van Staatstoezicht met de wet in
de hand op den duur bij de mijnondernemingen een betere veiligheidsmentaliteit
ontstaan. In de praktijk betekende dat een soort cultuuromslag bij de kolenwinning,
in die zin dat de kolenproductie niet langer prioriteit kreeg boven de
veiligheid en gezondheid van de mijnwerkers. Met andere woorden: het welzijn
van de koempels vormde bij de bedrijfsvoering een steeds belangrijkere factor.
Om zicht te houden op
de veiligheidssituatie in de mijnen waren de mijnondernemigen
verplicht om alle ongevallen met een verzuimduur van twee of meer dagen
schriftelijk te melden aan Staatstoezicht. Ernstige ongevallen, dat wil zeggen
ongevallen met een verzuimduur van zes of meer weken en dodelijke ongevallen,
moesten onverwijld telefonisch aan Staatstoezicht worden gemeld. Die
verplichting gold zeven dagen in de week en vierentwintig uur per dag. Zo’n
melding betekende voor Staatstoezicht dat één of twee inspecteurs, afhankelijk
van de ernst van het ongeval, onmiddellijk, dus ook ‘s nachts en op zondag naar
de plaats van het ongeval gingen om de toedracht vast te te
stellen en zich een beeld te vormen van de plaatselijke situatie. Belangrijk in dit verband was het voorschrift
dat de ongevalssituatie slechts mocht worden gewijzigd met toestemming van de
onderzoekende inspecteur van Staatstoezicht, tenzij die wijziging noodzakelijk
was om hulp te kunnen bieden aan de getroffene. Uiteraard bevorderde dit
voorschrift in hoge mate het verkrijgen van een reëel beeld van de
ongevalssituatie en werd er tevens op een verantwoorde wijze recht gedaan aan
de getroffene. Bovendien bleven ontoelaatbare praktijken erdoor minder snel
onopgemerkt.
Het
onderzoek hield bij het vaststellen van de oorzaak van het ongeval in het horen
van getuigen en, indien mogelijk, de getroffene. De verhoren werden woordelijk
op schrift vastgelegd en later in het ongevalsrapport opgenomen.
Naast
het verkrijgen van inzicht in het gebeurde ging het er bij het onderzoek ook om
beantwoording van de vraag of er al dan niet sprake was van nalatigheid of nog
erger. Verder werd nagegaan of bij het ongeval ontbrekende of ontoereikende
veiligheidsvoorzieningen een rol hadden gespeeld.
Indien
ernstige tekortkomingen werden vastgesteld, werd proces-verbaal opgemaakt, dat
via het openbaar ministerie werd voorgelegd aan de rechter. Dodelijke
ongevallen moest Staatstoezicht tevens zo spoedig mogelijk schriftelijk
rapporteren aan de minister van Economische Zaken.
Uiteraard werden de
slachtoffers van een ongeval zo snel mogelijk geholpen. Voor zover mogelijk en
nodig reeds ter plaatse van het gebeurde. Daarna werden zij overgebracht naar
de bovengronds op de mijn ingerichte eerste hulppost. In veel gevallen was daar
ook een arts aanwezig. Elk ongeval bleef onder de aandacht van Staatstoezicht
totdat de toedracht volledig duidelijk was. Met de sociale afwikkeling van de
ongevallen had Staatstoezicht evenwel geen bemoeienis. Zo speelde
Staatstoezicht bijvoorbeeld geen rol bij het
informeren van de naasten of het begeleiden van getroffenen naar het
ziekenhuis.
Bij een
ongeval mocht geen transport meer plaatsvinden in de afdeling.
Er werd door
de locomotiefmachinist een ongevallenwagen (voorzien van een rood kruis) waar men van achteren een brancard in
kon schuiven opgehaald.
Het akeligste
wat ik in 2014 heb ervaren is dat een organisatie voor Halloween had gedacht om
verongelukte mijnwerkers om het griezelig te maken wilde uitbeelden.
Smakeloos
Doorgaan met de sociale
afwikkeling van ernstige en dodelijke ongevallen.
Foto
gemaakt door Ben de Bruijn