Voorbereiding naar homepage
1.Begripsbepaling
Voorbereiding
is het rijp maken van een ontsloten laag voor winning.
Ontsluiting
is het zichtbaar maken van een laag door aanleg van toegangswegen in het
gebergte (schacht, steengang en opbraak)
De voorbereiding
omvat dus alle mijnbouwkundige wereken
in de laag totdat de ontginning definitief begint.
2.
Taak van de kolenmijnbouw.
De
Nederlandse kolenmijnbouw ziet zich als taak gesteld:
a.
de kolenvoorraden zo effectief mogelijk te ontginnen.
b.
een zo hoog mogelijke en constante productie na te streven.
c.
blijvende werkgelegenheid te scheppen in veilige werkplaatsen.
d.
de kostprijs zo laag mogelijk te houden door de bedrijven technisch en
organisatorisch te vervolmaken.
Alle
mijnbouwkundige werkzaamheden, vooral de winning, maar ook de voorbereiding,
worden gekenmerkt onder andere door:
a.
de omgang met mensen (bereidheid, vakmanschap, veiligheid en organisatie).
b.
de beheersing van de gesteente-druk (prestatie, veiligheid en ontginbaarheid).
c.
De ventilatie.
e.
het transporteren vann het massa-product.
3.
Werkzaamheden in de laag.
a.
Voorbereiding
Het
uitzetten vanuit een opbraak of steengang
Het
drijven van galerijen (grond-, tussen-en bandgalerijen) inclusief de aanleg van
machinekamers en dergelijken.
Het
drijven van doortochten (voor toekomstige pijlers, voor luchtverversing of
transport).
Het
bedrijfsklaar maken van galerijen en doortochten tot het begin van de winning.
b.
winning
Het
aantrekken van pijlers en de daaropvolgende productie.
c.
Liquidatie:
Het
trekken of roven van pijlers doortochten en galerijen.
4.
De gesteentedruk.
De
beheersing van de gesteentedruk betekent onvermijdelijke versterking van het
evenwicht van het gebergte ten gevolge van het maken van gangen, zo spoedig mogelijk
tot de instelling van een nieuw evenwicht te leiden. De daarbij optredende
zakking van het dak en de eventuele opwelving van de vloer dienen door passende
methoden binnen de perken te worden gehouden. Dit kan slechts geschieden met
natuurlijke middelen.
Wij
moeten er voor zorgen, dat het gebergte zich zelf draagt en dus een nieuwe
evenwichtstoestand verkrijgt .
De
keuze en de hantering van een ondersteuning is niet slechts in de pijler, doch
evenzeer in de voorbereiding van ingrijpende betekenis voor een spoedig herstel
van het evenwicht. De methoden ter beheersing van het dak en vloer zijn voor
een pijler en in de voorbereiding principieel verschillend.
Pijler:
snel-dragende, doch uiteindelijk meegevend ondersteuning (breukpijler)’.
Voorbereiding:
“niet-dragende” doch beschermde en steeds meegevende ondersteuning. Het
gesteente zal op de zijwanden van een galerij of doortocht moeten dragen
(steunwanden).
De
keuze van de ondersteuning , het zetten van deze ondersteuning en vooral het
volgen in de praktijk van
de ondersteuning (voldoende meegevendheid) zijn
bepalend voor het transport van kolen, stenen en materiaal, voor de veiligheid
en de ventilatie voor zo gunstig mogelijke nuttige werktijden, voor de
vooruitgangsnelheid en het onderhoud van de galerij en daarmede voor het
effectief lopen van de pijler.
De keuzew van de ondersteuning in de voorbereiding en het ondersteund daarvan vraagt inzicht in de structuur van het
gesteente, kennis van de bewegingsverschijnselen en systematische toepassing
van de grondbeginselen en richtlijnen. Deze zijn grotendeels gebaseerd op de
ervaring en gebruik van het gezond verstand.
1. Bergdruk op
mijnbouwkundige diepte. (dekterrein bijvoorbeeld 250
meter en carboon van 250 tot 700 meter in dit voorbeeld)
In
het maagdelijk gebergte hebben wij met een oorspronkelijke gebergtedruk
rekening te houden ter grootte van het gewicht aan gesteenten tussen het
maaiveld en de diepte , waarop wij ons denken te gaan
bevinden.
Wij berekenen hiertoe de inhoud van de
verticale kolom met een doorsende van 1 m2. . Stellen wij voor het gesteente
in het dekterrein het soortelijk gewicht s.g. = 2,0
dan weegt de 250 meters lange , inhoud 250 m3, dus 250 x2,0 = 500 ton. De
daaronder aanwezige 450 m Carboon-gesteente (s.g. =2,5) weegt dus 450 x2,5 =
1125 ton. Op elke m2 grondvlak op de 700 meterverdieping drukt een last van
500 + 1125 = 1625 ton per m2. Per cm2 grondvlak op de 700 meter is het
gewicht aan gesteente dus 162,5 kg.
Een
last van 1 kg per wordt druk genoemd en in de natuurkunde ook als 1 atmosfeer
aangeduid.
De
gesteentedruk op de 700 meterverdieping bedraagt dus 162,5 kg/cm2.
Of 162,5 atmosferen. Wanneer wij nu de de dikwandige
apparaten en leidingen beschouwen, die voor hoge-druk
persluchtvoorziening voor ondergrondse
locomotieven (175 tot 200 atm) nodig zijn ,
dan is duidelijk , dat onze eenvoudige ondersteuningen
zulke gebergtedukken niet kunnen verdragen. Deze
gebergtedruk moet dus op een andere wijze worden opgevangen.
2.Concentratie van gebergtedruk tengevolge van mijngang.
Wanneer
wij het gewicht van elke gesteentekolom voorstellen door een verticale lijn , gaan de door het zwaartepunt van de horizontale
doorsnede (1 cm2), gennaamd de druklijn dan ontstaat in elk verticaal profiel een gordijn
waarvan de plooien als druk lijn kunnen fungeren.
Wordt
er een mijngang gedreven dan wijken de druklijnen uit en plooien zich aan
weerszijden van de mijngang dichter bij elkaar: op enige afstand van de gang
zijn die weer onberoerd.
Plooien
bijvoorbeeld 4 drukijnen samen op een vierkante
centimeter dan is de druk die
ontstaat bij het drijven van een gang 4 maal 162, = 650 kg/cm2.
Deze
drukconcentratie kunnen wij in een grafiek voorstellen (Zie tekening druk) Wij zien dat, de druk geleidelijk toe neemt,
naarmate wij de steengang naderen. (Deze druk wordt theoretisch enorm groot
nabij de omtrek van de mijngang.)
Deze
eigenschap van het gebergte de oorspronkelijke druk op de plaats van de
mijngang te verspreiden en met behulp van de drukconcentratie in de omgeving
van de gang op te nemen, noemen wij het draagvermogen van het gebergte. Het
gebergte draagt zichzelf, zodra een mijngang wordt gemaakt. Dit is het wonder
van de mijnbouw, want op de plaats van de mijngang is de druk voortaan nul. Op
deze wijze kunnen wij verljwm
klaren
waarom wij kunnen werken met zulke eenvoudige ondersteuningsmiddelen. Deze
dienen alleen op het weinig samenhangende gesteente boven en (onder) de gang de zogenaamde
zône van Trompeter op te vangen.
Grafiek
3. Het gesteente in de mijn is opgebouwd uit
nauw aaneensluitende blokken wegens talloze zichtbare en onzichtbare
splijtvlakken. Deze blokken hebben geen onderling loodrecht maar schuine
wanden. Een muur van dede zône
ze gesteenteblokken zal niet reageren wanneer twee blokken worden weggenomen.
Worden meerdere blokken uit de zelfde laag weggenomen , dan treedt doorhanging van de daarboven liggende laag op en
tenslotte zal het verband in het gesteente worden verbroken. Een zigzag-gewelf
zal nu uiteindelijk ontstaan
Gewelfvorming
is een uiting van natuurlijk evenwicht, waaruit het draagvermogen van het
gesteente blijkt. De druklijn-concentratie bij het
maken van een mijngang benadert de gewelfslijn.
Binnen het gewelf hangen samenhangende gesteenten waartegen wij ons moeten
beschermen, dit is de zône van Trompeter.
4.Gebergtebeweging.
Rondom
de mijngang en de zône van Trompeter bestaat
drukconcentratie, dus hoge druk . In de mijngang en de
zône van Trompeter is de druk
nul. Wij herinneren, dat water, lucht en blaastenen in beweging komen indien er
drukverschil bestaat. De beweging geschiedt van de plaats met hoge druk naar
die met lage druk, wanneer het aanwezige drukverschil de bij de beweging
ontstane wrijvingsweerstand kan overwinnen. Dit proces vindt ook in het
gesteente plaats: het gesteente rondom de mijngang heeft de neiging naar de holruimte toe te bewegen. Dit
is in grote lijnen het beginsel van de “gang van de kool” in de pijler,
waarbij in de nog te ontkolen panden
drukconcentratie bestaat.. Alles hangt af van de aard van de
gesteenten. In de voorbereiding (doortocten, galerijen) en ook in het steenwerk moeten wij
het in beweging geraken van het gesteente zoveel mogelijk trachten te voorkomen en wel door
het daarheen te leiden, dat het gesteente zichzelf zo goed en zo effectief
mogelijk draagt.
De
beheersing van het gesteente in e pijlers en in de galerijen en de doortochten
berust dientengevolge op principieel
verschillende of misschien juister, tegengestelde grondslagen.